In de eerste maanden van de ontwikkeling van het looppatroon is variatie normaal. Kinderen moeten wennen aan de druk op hun voeten, belasting, krachtverdeling en evenwicht tijdens het lopen. Hierdoor is het mogelijk dat uw kind op zijn / haar tenen gaat lopen, de voeten naar binnen plaats of juist naar buiten. Ook kan uw kind regelmatig vallen. Dit is tot +/- 2 jaar normaal gedrag. Wanneer het looppatroon geen variatie meer laat zien, maar eendezelfde van bovenstaande voorbeelden, neem dan contact op.
Mijn kind valt regelmatig:
Wanneer uw kind gaat lopen is het de beginfase normaal dat hij / zij valt. Dit heeft te maken met het evenwicht die nog verder ontwikkelt moet worden. Ook zijn er onverwachte momenten waardoor het kind moet corrigeren, wat vaak nog erg moeilijk is. In het begin hebben de kinderen de handen nog hoog, maar op een gegeven moment laten ze deze naar beneden hangen. Als uw kind een aantal maanden aan het lopen is, wordt het vallen minder. Als hij / zij gaat versnellen kan het vallen weer even terug komen, maar dat trekt snel weer bij. Wanneer dit niet zo is, moet gekeken worden waarom uw kind valt.
Mogelijke oorzaken:
- Voeten naar binnen lopen
- Moeite met het controleren van zijn / haar grove motoriek
- Verminderde aansturing / verdeling van kracht
- Neurologisch
- Zwaartepunt uit het steunvlak (uitlokken evenwicht)
Waar de kinderfysiotherapeut zich met name op richt is de motorische ontwikkeling en mijlpalen. Door middel van een motorische test kan de ontwikkeling gescoord worden en eventuele afwijkingen worden geconstateerd. Vanuit hier wordt bepaald of u kind achter loopt betreft ontwikkeling of bijvoorbeeld nog niet het juiste programma heeft ontwikkelt voor lopen.
De eerste behandelingen zijn gericht op observeren en uitlokken. Samen worden oefeningen besproken en tips gegeven om de motoriek te stimuleren en uit te dagen.
Heeft uw twijfels over de ontwikkeling van uw kind of heeft u vragen. Neem contact op.
Observatie & onderzoek
Er wordt gestart met een anamnese gesprek, waarin de motorische ontwikkeling met name wordt besproken. Hierna volgt een lichamelijk en motorisch onderzoek. Er wordt gekeken naar mogelijke afwijkingen in de stand van gewrichten en spierspanning. Ook wordt gezocht naar de mogelijke oorzaak van het looppatroon. Wat lukt wel en wat lukt niet.
Behandeling
De volgende aspecten komen o.a. aan de orde:
- Diverse oefeningen om het looppatroon aan te passen
- Verschillende ondergronden
- Indien nodig in combinatie met gerichte kracht / stabiliteitstraining
Wellicht ook interessant voor u: Met de voeten naar binnen/buiten lopen / Afwijkend looppatroon / Tenen lopen / Kinderfysiotherapie / Hypermobiliteitssyndroom (HMS)